Mondelinge vraag aan staatssecretaris Mahdi: EU biedt 3 miljard euro voor opvang Syrische vluchtelingen in Turkije

Door Yoleen Van Camp op 29 juni 2021, over deze onderwerpen: Asiel en migratie

Op 25 juni heeft de Europese Unie beslist om nog eens drie miljard euro te investeren in de opvang van Syrische vluchtelingen in Turkije.

Daarnaast werd er ook gesproken over op maat gemaakte actieplannen voor migratielanden. Ik citeer hier een stukje uit het persbericht van de Europese Unie: “Om het verlies aan mensenlevens te voorkomen en de druk op de grenzen van Europa te doen afnemen, zullen wederzijds voordelige partnerschappen met de herkomst- en transitlanden worden op gezet en zal de samenwerking worden opgevoerd", lezen hun conclusies. Er wordt voor een "pragmatische, flexibele en op maat gemaakte aanpak gekozen.”

Mijn vragen aan u:

  1. De EU investeert nu opnieuw enorm in de opvang door een derde land, namelijk Turkije, maar hoe zit het met de investeringen voor een sterker terugkeerbeleid?
  2. Wat de “op maat gemaakte” aanpak betreft, blijkt er van visumsancties nu precies geen sprake meer, maar gaat het ineens over partnerschappen. Hoe zit het met deze visumsancties?

Staatssecretaris Sammy Mahdi: In maart 2016 hebben de Europese Unie en Turkije een gezamenlijke verklaring aangenomen waarin beide partijen toezeggingen doen om de irreguliere migratiestromen van Turkije naar Europa tegen te houden. De Europese Unie heeft hiertoe een ad hoc financieel mechanisme i het leven geroepen, namelijk de vluchtelingenfaciliteiten voor Turkije, kortweg de FriT (Facility for Refugees in Turkey). Deze faciliteit bestond uit twee schijven van 3 miljard euro, deels gefinancierd met de Europese begroting en deels door de lidstaten.

België nam deel via de algemene bijdrage aan de Europese Unie. Vandaag is 4,1 miljard euro daarvan effectief uitbetaald. De laatste projecten zullen medio 2025 voltooid zijn. Ik wil er ook op wijzen dat deze fondsen niet rechtstreeks aan de Turkse staat worden uitbetaald maar worden aangewend in de vorm van projecten uitgevoerd door ngo's en internationale organisaties die nauwgezet door de Europese Commissie worden gecontroleerd. In bepaalde omstandigheden ontvangt ook de Turkse overheid een terugbetaling voor de gemaakte kosten. Dit systeem zal vermoedelijk niet veranderen, net zo min als de een-op-eenregel.

De staats- en regeringsleiders vroegen de Europese Commissie eerder al om een voorstel te doen voor het voortzetten van de financiële steun aan Syrische vluchtelingen die worden opgevangen in Turkije, Jordanië en Libanon. Dit gebeurt naar verwacht nog deze zomer.

Op de Europese Raad van juni is nog geen beslissing genomen over de nieuwe financiering van de faciliteiten. Wel formuleerde de Europese Commissie al een aantal ideeën. Binnen de marges van de middelen die in het meerjarig financieel kader reeds waren voorzien voor de externe actie van de Europese Unie kunnen fondsen ter beschikking worden gesteld voor de opvang van vluchtelingen in de regio, ten belope van zo'n 5,7 miljard euro, waarvan concreet zo'n 3,5 miljard euro zou worden besteed aan programma's in Turkije. Daar worden nog steeds zo'n 4 miljoen vluchtelingen opgevangen.

Het is dus in het belang van deze vluchtelingen maar ook in het belang van de controle van de migratiestromen naar Europa dat we er mee voor zorgen dat Turkije hen op een kwaliteitsvolle manier kan opvangen. We vinden opvang in de regio allemaal zeer belangrijk, en daarom moeten we er ook de kwaliteit van verzekeren.

Op de Europese Raad is evenmin gesproken over de liberalisering van de visa voor Turkije. Voor uw vraag over de douane-unie verwijs ik u door naar de minister van Buitenlandse Zaken.

Mevrouw Van Camp, de terugkeersamenwerking staat hoog op de agenda van de Commissie. De nood om vooruitgang te boeken, wordt door alle lidstaten gedragen.

Het mechanisme onder artikel 25a van de Visumcode werd geactiveerd. De Commissie voert diplomatieke gesprekken met een aantal lidstaten die niet of onvoldoende aan de terugkeer meewerken. De Commissie zal dan ook voorstellen formuleren op basis van de resultaten van deze gesprekken. Op basis van dit mechanisme kunnen visummaatregelen worden genomen, zowel positief als negatief.

Ik heb in deze commissie ook al eens gezegd dat de deadline het einde van het politieke jaar is. Dat is op federaal niveau, maar ook op Europees niveau zeer binnenkort. Wij volgen dit van zeer nabij op om ervoor te zorgen dat Europa de druk blijft opvoeren die ze zelf heeft aangekondigd.

Binnen de Raad zijn alle lidstaten het erover eens dat de EU een grotere rol kan en moet spelen in de terugkeersamenwerking. Om een dergelijke samenwerking te realiseren, wordt uitgegaan van een breed en duurzaam partnerschap met de derdelanden, waarvan terugkeerrelaties een integraal onderdeel zijn.

Ik zie niet wat daar controversieel aan is, want we streven naar goede relaties met de derdelanden, opdat ze aan de terugkeer zouden meewerken. Het inzetten van het visumbeleid na evaluatie van die partnerschappen lijkt mij dan ook een goede zaak.

Een nog veel betere zaak zou uiteraard zijn dat wij op Europees niveau over de readmissieakkoorden zouden kunnen onderhandelen in de plaats van met alle 27 lidstaten apart. Dat verzwakt de positie van de EU en de lidstaten.

 

Yoleen Van Camp (N-VA): Mijnheer de staatssecretaris, ik maak, in alle eerlijkheid, dezelfde analyse als de heer Van Langenhove: u doet heel veel beloftes en geeft altijd heel lange antwoorden met heel veel woorden, maar heel weinig daden, waar wij nochtans echt op zitten te wachten.

Wat de terugkeer betreft, verwijst u al maanden naar gesprekken die aan de gang zijn en voorstellen die zeer binnenkort zullen komen, maar ik heb daar tot nu toe nog niets van gezien. U beaamt nu weer dat u daar ook op zit te wachten. Ik vind dat problematisch, want u blijft wel naar Europese oplossingen zoeken en daarop wachten. Dat geldt ook inzake de readmissie. Het is zeker een nobel doel om dat met verschillende landen te doen, maar als dat er niet komt, lijkt het mij toch nuttig om dat nationaal op te starten en er zo voor te zorgen dat wij niet met niets achterblijven en dat ons terugkeerbeleid niet nog meer in het slop belandt dan vandaag het geval is.

Ik begrijp niet waarom u daarop blijft wachten en niet ondertussen uw verantwoordelijkheid neemt om zelf nationaal de nodige akkoorden te proberen sluiten. Ik hoop dat u gelijk hebt en dat er binnenkort nog iets volgt vanuit Europa. Ik kom daar in een latere vraag op terug, want voorlopig komt er alleszins niet veel van in huis en u lijkt nog de enige te zijn die in de Europese oplossing blijft geloven.

Een van de belangrijkste doelstellingen van het nieuwe migratiepact is een antwoord te bieden op de terugkeerproblemen.

Daartoe heeft de Europese Commissie een waaier aan voorstellen gedaan, zowel op operationeel als op regelgevend vlak, die zowel de interne als de externe dimensie van het verwijderingbeleid beogen.

De terugkeer moet sneller en efficiënter, ook dankzij de ondersteuning van Frontex, het ontwikkelen van stevige partnerschappen met derdelanden en het gebruik van hefbomen, indien dat nodig blijkt te zijn, om onze landen tot samenwerking te bewegen op het vlak van readmissie.

De Europese Unie mikt eveneens op het uitbouwen van een echt terugkeerbeleid met de benoeming van een adjunct-operationeel directeur voor de terugkeer bij Frontex, de aanwijzing van een Europese terugkeercoördinator bij de Europese Commissie en het opzetten van een netwerk op hoog niveau rond terugkeer.

De Europese Commissie heeft trouwens recent, met name in de maand april 2021, al haar eerste strategie voor de vrijwillige terugkeer en re-integratie gepubliceerd. De problematiek krijgt dus eindelijk de nodige aandacht op Europees niveau, wat een goede zaak is. De kwestie is immers al lang, veel te lang, een pijnpunt op Europees en Belgisch niveau.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is